Uit intern onderzoek is gebleken dat de doorstroom binnen het VO niet altijd verloopt zoals de basisschool het voorzien had. Hoe zit dat in Wageningen? Hoeveel procent van de leerlingen verlaat Pantarijn, met het diploma van het basisschooladvies?

vmbo-basis: 46%
vmbo-kader: 58%
vmbo-theoretisch (mavo): 45%
Havo: 51%
vwo: 74%
Totaal: 56%

De basis van deze cijfers, wordt in de onderbouw gelegd. Een groot deel van de niveauwisselingen en doublures vindt hier plaats.

Deze cijfers, die hieronder als cirkeldiagram staan weergegeven, lijken aan te tonen dat voor veel leerlingen de definitieve niveaukeuze te vroeg komt. Dit is een van de belangrijkste redenen om te kiezen voor een onderwijsvorm, waarbij het keuzemoment wordt uitgesteld.


Een onderzoek dat wij onder 86 leerlingen uit de onderbouw van het VO, 45 leerlingen uit de bovenbouw van het PO en hun ouders afnamen, geeft de onderstaande resultaten.

Op de vraag 'Wat vind je het leukste aan de basisschool?', antwoordden de ondervraagde basisschoolleerlingen*:
(*=hoe groter het woord wordt weergegeven, hoe vaker dit antwoord is gegeven):

De ondervraagde klassen uit het voortgezet onderwijs antwoordden:

Hierna volgde de vraag 'Wat vond je het minst leuk aan de basisschool?'. De basisschoolleerlingen gaven als antwoorden:

Dezelfde vraag werd gesteld aan leerlingen van het voortgezet onderwijs. De reacties waren:

We waren ook nieuwsgierig naar de verwachtingen van de basisschoolleerlingen over het voortgezet onderwijs, 'Wat denk je dat het leukste is aan het voortgezet onderwijs?

De leerlingen die op het voortgezet onderwijs zitten, en dus al ervaringsdeskundige waren, noemden deze antwoorden:

De vierde en laatste vraag was 'Wat lijkt je het minst leuk aan het voortgezet onderwijs?'. Als eerste de antwoorden uit de basisschool:

De leerlingen in het voortgezet onderwijs vroegen we  'Wat vind je het minst leuk aan het voortgezet onderwijs?'. Hieronder staan de reacties:

Conclusies

Wat kunnen we nou uit dit onderzoek afleiden? Voordat we dat doen is het belangrijk te melden dat dit onderzoek niet pretendeert representatief te zijn voor de gehele doelgroep. Daarvoor is het onderzoek te klein. We kunnen er wel enkele voorzichtige conclusies uit trekken. Bij alle vragen komt duidelijk naar voren dat kinderen het niet-schoolse activiteiten, zoals creatief bezig zijn en spelen, erg belangrijk vinden. Ze willen graag nieuwe dingen doen met klasgenoten en werken daarbij het liefst op hun eigen niveau. Veel VO-leerlingen vonden groep 8 te makkelijk, ze wilden meer uitgedaagd worden. In de PO-groep werd de plusklas als erg positief ervaren. De lestijden zijn een doorn het oog van veel VO-leerlingen, terwijl de PO-leerlingen daarnaar uitkijken. Iets dergelijks speelt bij het wisselen van docent en lokaal. De manier waarop dat in het PO wordt gedaan (1 lokaal en 1 leraar), wordt door veel leerlingen als prettiger ervaren dan de manier van het VO. De vele toetsen blijken de leerlingen in het VO erg vervelend te vinden, evenals de leerlingen in het PO die de Citotoetsen niet prettig vinden. 'Je wordt erop afgerekend', was een opmerking die op een van de formulieren stond geschreven.

 


Conclusies ouderenquête

Helaas hebben we slechts twaalf ouderenquêtes terug mogen ontvangen. Toch kunnen we hier interessante informatie uit halen. De kernvraag van ons onderzoek luidt 'De overgang van PO naar VO is voor tieners soms lastig, hoe komt dat volgens u?' Alle respondenten gaven aan dat hun kinderen moeten wennen aan de nieuwe omgeving met nieuwe leraren en nieuwe vakken. Andere veelgehoorde antwoorden zijn:

- VO-scholen zijn vaak veel groter dan PO-scholen

- op het VO is vaak minder tijd voor het individu/de aanpak is minder persoonlijk

- tieners moeten té vroeg kiezen naar welk type VO zij gaan en zitten daarom niet op hun plek

- op het VO moeten tieners huiswerk maken

- tieners krijgen op het VO meer vrijheid en moeten hun uren soms zelf indelen

Hieruit zouden we kunnen opmaken dat het persoonlijke, kleinschalige van de basisschool, op het voortgezet onderwijs door veel kinderen gemist wordt. Zij hebben behoefte aan structuur, een persoonlijke benadering, 'gezien worden'.

 

Ouders gaven aan dat ze de onderstaande punten erg belangrijk vonden:

- er moet veel gebruik worden gemaakt van ICT en technologie

- er moet structuur en discipline zijn

- combineren van manier van lesgeven van PO en VO

- lessen die worden gegeven moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn

- er moet veel aandacht zijn voor sociale vaardigheden

- er moet rekening worden gehouden tussen de verschillen in leerstrategie tussen jongens en meisjes

- tieners moeten kunnen oefenen met hun maatschappelijke positie, zoals leiderschap, dialoog voeren en presenteren

- er moet veel aandacht zijn in het verkrijgen van eigenwaarde en zelfvertrouwen

- tieners leren omgaan met verantwoordelijkheid en het maken van eigen keuzes

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb