De coach:

De  coach speelt een belangrijke rol  in de ontwikkeling van het kind. Hij weet veel van zijn vak en de leerlijnen en bovendien verwachten we dat hij kan afstemmen op de verschillen tussen leerlingen en zo het onderwijs passend kan maken.  De coach is regelmatig in gesprek met het kind en zijn ouders over het persoonlijke leerplan. Kinderen mogen zichzelf zijn en hebben daarmee recht op ongelijkheid in de klas.

Hierbij is de basishouding van de coach heel belangrijk. Zijn visie, waarden en overtuigingen geven richting aan het dagelijks handelen. Alle coaches zijn positief ingesteld en hebben hoge verwachtingen, zijn geduldig, beslist en consequent, ze kunnen goed observeren en vragen.

Om de intrinsieke motivatie van kinderen te verhogen is het nodig dat coaches weten in te spelen op drie basisbehoeften:

  • Autonomie: de leerling heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet.
  • Gevoel van competentie: het vertrouwen dat de leerling moet hebben in eigen kunnen
  • Relatie, sociale verbondenheid: vertrouwen hebben in anderen, een positief klimaat in de klas; kinderen voelen zich vrij om vragen te stellen en zijn niet bang om fouten te maken.

Quote: Hans Andreus: “Je bent zo mooi anders …”

Quote: Loesje: “Wees jezelf, er zijn al zoveel anderen.”

Maak jouw eigen website met JouwWeb